Zoeken in deze blog

dinsdag 31 mei 2011

L2 'BLOOPS'

opbouw constructie

FILMPJES !!








dinsdag 8 maart 2011

dinsdag 1 maart 2011

maandag 28 februari 2011

dinsdag 22 februari 2011

Een eerste idee is om een dubbele romp te maken, het principe is eenvoudig. Een deel blijft altijd boven water, het onderste deel zit onder water. Dit zorgt voor meer stabiliteit.

Anthony Promos en Stephanie Vermoere

zondag 30 januari 2011

Violin(t)

Violin(t) door Olav Guerrero Vargas & Thomas Craeynest

De violin(t) is een instrument gemaakt volgens de opdracht die we kregen,
waarbij muziek wordt geproduceerdt door potentiele energie die wordt omgezet
in kinetische energie. De voorgaande ideeen waren ideeen waarbij knikkers
op ijzeren plaatjes vielen, een knikkerbaan met xylofoonplaatjes en kleine
gewichten laten vallen op de toetsen van een keyboard, waarvan de timing van
de vallende gewichtjes bepaald werd door de lengte van de knikkerbanen.

Uiteindelijk kwamen we op het idee van de Violin(t), waar we 5 maal voor
samengekomen zijn om hieraan te werken. Voor het grootste deel is deze uit
mdf gemaakt en de steunpalen uit multiplex. Het eerste idee was om aan de
buitenkant van de grote cirkel plastiken lapjes te bevestigen, die door het
ronddraaien van de schijf zouden trillen op 1 snaar. Maar we hadden tijd over en
wilden het principe van “ het wiel bij een oude stoomtrein” toepassen, waarbij
de muziek wordt geproduceerd door een strijkstok die automatisch over de viool
glijdt.

Onderdelen:

De muziek wordt gemaakt door een gewicht te laten vallen aan een gordijnlint,
die via een katrol de grote schijf doet draaien. Aan de katrol is een weerstand
gemaakt, waardoor het gewicht trager valt en er zo langer muziek kan gespeeld
worden.

























zaterdag 15 januari 2011

Extra vraag


Vraag: Bepaal de snelheid waarmee een hamertjes op het blokje slaan.

Antwoord: De hamertjes vallen neer met een snelheid van 1,28m/s op de blokjes

Gegeven: g = 10N/kg
6.2 (max.hoogte hamertje) + 2 cm(blokje)

Berekening: Epot1 + Ekin1 = Epot2 + Ekin2
Epot1 + 0J = 0J + Ekin2
Epot1 = Ekin2
Epot1= m x g x h
Ekin2= 1/2 x m x v²max

=> m x g x h = 1/2 x m x v²max
vmax = √2 x g x h
vmax = √ 2 x 10N/kg x 8.2 x 10-²m
= 1.28 m/s


Mathieu Tahon en Yana Christiaens

donderdag 13 januari 2011

Oplossing van de oefening

wicked Sound Extra Vraag

Wicked Sound extra vraag

Opgave:

Als de knikker in de baan 72% van zijn snelheid verliest door wrijving en botsingen, wat is dan zijn eindsnelheid en wat is het rendement?

Gegevens:

m = 62 gram of 0.062kg

h = 230mm of 0.23m

hoek = 20°

Gevraagd:

v = ? de eindsnelheid

ŋ = ? het rendement

Oplossing:

Ep = ?

Ep = m x h x g

Ep = 0.062 kg x 0.23 m x 10 N/m²

Ep = 0.14J


Ep = Ek dus kunnen we de snelheid bereken zonder weerstand

v² = ? snelheid zonder weerstand

v² = ( Ek x 2) / m


v² = (0.14 x 2 ) / 0.062

v =Vierkantswortel van 4.52

v = 2.13 m/s of 7.67 km/h zonder wrijving of botsing


bepalen van snelheid bij 72 procent verlies van zijn energie

0.14J = 100% energie onder wrijving en botsing

0.14J/100 = 1%

(0.14J/100) x 72 = 72% energie verlies door wrijving en botsingen

Dus ---> 0.1008J =72% verlies van energie


De overhoudende energie is dus

0.14J – 0.1008J = 0.0392J


Bepalen van de eindsnelheid

v² = ( 0.0392 x 2) / 0.062

v = Vierkantswortel van 1.26

v = 1.12 m/s of 4.04km/h is zijn eindsnelheid


rendement =?

ŋ = ( 0.0392 J) / (0.14 J)

ŋ = 0.28 x 100

ŋ = 28%

Besluit:

De eindsnelheid is 1.12m/s.

Het heeft een rendement van 28%.

Bijkomende vraag 'L2 Hin Idee' Pieter-Jan Vangheluwe & Tom Vanheuverbeke

L2: Elevate the music: Fout bij extra vragen

Toen ik samen met Bo op Skype zat en zei mij haar cursus toonde zag ik dat in mijn cursus de vierkantswortels en breukstrepen niet afgedrukt zijn. Hierdoor zijn mijn bewerkingen fout. Ik zal deze nu nog aanpassen. Weliswaar net te laat..

l2 the melody box

samen met Michel hebben we ontdekt dat in michel zijn cursus een fout stond. zijn printer had dit waarschijnlijk niet uitgeprint. bij de formule die we gebruikten moest er een vierkantswortel bij staan. Hopelijk kan ik dit nog recht zetten, ik weet dat het een paar minuten na tijd is maar bij deze wil ik nog mijn poging tot rechtzetten maken.

Wij hebben 2 vragen gekregen.
1ste vraag was: wat is de snelheid van de knikkers bij de impact?
er zijn 2 reeksen knikkers die parallel naast elkaar liggen. bij de eerste reeks van knikkers vallen ze 20,3cm naar beneden, dus de plaats waar de knikker het flesje raakt is op 16,7cm hoogte. De hoogte van de bak is 37cm.
formule:(symbool voor vierkantwortel) 2 x 10 x (0,37- 0,167) = 2,0m/sec

voor de 2de reeks is de hoogte anders. De knikker valt dan 15,1 cm naar beneden, dus ligt het punt waar de knikker het flesje raakt op een hoogte van 21,9cm.
formule:(symbool voor vierkantwortel) 2 x 10 x (0,37 - 0,219) = 1,74m/sec

dus: voor de knikker reeks die het meest naar de voorkant liggen geldt de eerste formule en voor de knikker reeks achteraan geldt de 2de formule. Per reeks hebben ze dezelfde formule, want de flesjes zijn geplaatst op een verhoog, naast elkaar en allemaal schuin op een hoek van 45°. bovenaan liggen de knikkers achter elkaar op een bepaald punt waardoor ze allemaal loodrecht en in het midden van het flesje vallen.

de 2de vraag was: Is er een wiskundig verband tussen het niveau van het water en de gespeelde noten?
antwoord: Ja, hoe meer water hoe hoger. Er liggen 5 noten op de notenbalk, dus verdelen we het flesje in 5 gelijke delen.
de laagste noot is 1/5 van 25cl.
Voor de laagste noot geldt: 25/5 = 5cl
zo doe je dit dan voor de 5 verschillende noten. Per verhoging van de noot doe je in het flesje 5cl meer water in.

woensdag 12 januari 2011

L2 the melody box

Wij hebben 2 vragen gekregen.
1ste vraag was: wat is de snelheid van de knikkers bij de impact?
er zijn 2 reeksen knikkers die parallel naast elkaar liggen. bij de eerste reeks van knikkers vallen ze 20,3cm naar beneden, dus de plaats waar de knikker het flesje raakt is op 16,7cm hoogte. De hoogte van de bak is 37cm.
formule: 2 x 10 x (0,37- 0,167) = 4,6m/sec

voor de 2de reeks is de hoogte anders. De knikker valt dan 15,1 cm naar beneden, dus ligt het punt waar de knikker het flesje raakt op een hoogte van 21,9cm.
formule: 2 x 10 x (0,37 - 0,219) = 3m/sec

dus: voor de knikker reeks die het meest naar de voorkant liggen geldt de eerste formule en voor de knikker reeks achteraan geldt de 2de formule. Per reeks hebben ze dezelfde formule, want de flesjes zijn geplaatst op een verhoog, naast elkaar en allemaal schuin op een hoek van 45°. bovenaan liggen de knikkers achter elkaar op een bepaald punt waardoor ze allemaal loodrecht en in het midden van het flesje vallen.

de 2de vraag was: Is er een wiskundig verband tussen het niveau van het water en de gespeelde noten?
antwoord: Ja, hoe meer water hoe hoger. Er liggen 5 noten op de notenbalk, dus verdelen we het flesje in 5 gelijke delen.
de laagste noot is 1/5 van 25cl.
Voor de laagste noot geldt: 25/5 = 5cl
zo doe je dit dan voor de 5 verschillende noten. Per verhoging van de noot doe je in het flesje 5cl meer water in.

door Bo Buysschaert en Roel Coessens

L2:Elevate the music - Extra vraag

Als we alle buizen op gelijke afstand van elkaar zetten en we legggen de plank onder een hoek van 30°. Dan zal de buis van de eerste noot op een hoogte liggen van 20cm. Doordat de knikker van iets hoger zal vallen starten we van een hoogte van 21cm
Dus:
V1= vkw(2 x 10 x (0.21-0.20))
V1= 0.44m/s
V1= Snelheid bij impact bij de eerste noot.

Tussen alle noten zit er een hoogte van 1.4cm. Dus:
V2= vkw(2x10x(0.014)) < (0.2-0.186)
V2= 0.53m/s

En bij alle noten zal het normaal deze impact-snelheid zijn, omdat de snelheid van de knikker iedere keer weer bij elke noot tot 0m/s gebracht wordt en dan pas weer doorrolt door de zwaartekracht.

Nu wisten Tine en ik niet of we moesten rekening houden dat de knikker toch iedere keer doorrolt. Dus hebben we de snelheden van alle impacten ten opzichte van de eerste impact genomen.
Dus: impact 3e noot= V3, impact 4e noot= V4, inmpact 5e noot= V5 enzo...

V3= vkw(2x10x(2x0.014) )
V3= 0.75m/s

V4= vkw(2x10x(3x0.014) )
V4= 0.91m/s

V5=vkw(2x10x(4x0.014)
V5=1.06m/s )

V6=1.18m/s

V7= 1.29m/s

V8= 1.4m/s

V9= 1.49m/s

v10= 1.59m/s

V11= 1.67m/s

V12= 1.75m/s

V13= 1.83m/s

V14= 1.91m/s

En dan de impact van de knikker op de grond, dus de Vmax:
Vmax= vkw(2x10x(0.20))
Vmax= 2m/s

Door Tine Feys & Michel Ducaté

L2 Das Instrument




Das Instrument

Thomas Desoete

Bert Declercq


Ons instrument werkt volgens een redelijk simpel mechanisme. Een touw met een gewicht aan is rond onze as gewonden waardaar het wiel gaat draaien. Aan dit wiel hangen boutjes die de buisjes (die dus het geluid maken) optillen. Wanneer het wiel ver genoeg is gedraaid vallen de buisjes op een metalen plaatje die dan de gewenste noot presenteert. Het melodietje wordt gecreëerd door de posities van de boutjes in het wiel. Het lijkt alsof de notenbalk op ons wiel is geplakt.


Conclusies

Ons idee hadden we al vlug, maar om de effectieve noten te creëren, was wat moeilijker. We hebben veel dingen getest en geprobeerd om optimaal geluid te krijgen. Na een tijdje weet je wel wat nodig is om een goeie en duidelijke noot te krijgen en dit is redelijk goed gelukt. Anders liep alles goed, ons idee en de uitwerking ervan verliepen vlot, juist wat moeten experimenteren met de klank.



L02 Falling Stones extra vraag

L2 - Het Drankorgel - Extra vraag

Gevraagd:

Hoe snel moet het rad draaien om 4 noten per seconde te krijgen? Druk dit uit in toeren per minuut en in radialen per seconde.


Opmerkingen
Ons instrument bevat 2 keer een rad: het waterrad en het muziekrad. Beide draaien via overbrenging echter aan éénzelfde snelheid, dus één omwenteling van het waterrad zorgt voor één omwenteling van het muziekrad.

In principe is ons muziekrad zo opgebouwd dat één omwenteling overeen komt met 8 noten. Aangezien het door ons te spelen muziekstukje echter een rust bevat, hebben we in de praktijk maar 7 noten. We hebben de oefening eens opgelost zonder rekening te houden met de rust, en eens met.






Uitwerking basis


Gegeven:
1 omwenteling = 8 noten



Oplossing:
1 omwenteling
½ omwenteling
(½ omwenteling) / seconde
30 omwentelingen / 60 seconden
30 omwentelingen / minuut

(½ omwenteling) / seconde
(½ * 2 pi radialen) / seconde
pi radialen / seconden
= 8 noten
= 4 noten
= 4 noten / seconde
= 4 noten / seconde
= 4 noten / seconde

= 4 noten / seconde
= 4 noten / seconde
= 4 noten / seconde




Uitwerking rekening houdende met rust

Gegeven:
1 omwenteling = 7 noten


Oplossing:
1 omwenteling
(4/7 omwentelingen) / seconde
(240 / 7 omwentelingen) / minuut

(4/7 omwentelingen) / seconde
(4/7 * 2 pi radialen) / seconde
(8/7 pi radialen) / seconde
= 7 noten
= 4 noten / seconde
= 4 noten / seconde

= 4 noten / seconde
= 4 noten / seconde
= 4 noten / seconde




Antwoord:
Het muziekrad/waterrad  dient te draaien aan een snelheid van 30 omwentelingen per minuut, ofwel pi (3,14) radialen per seconde.

Indien we de rust niet meerekenen, dan dient het muziekrad/waterrad te draaien aan een snelheid van 34,3 omwentelingen per minuut, ofwel 3,59 radialen per seconde.


Groep
Joachim Samyn
Kenny Verstraete